Bestrijding Paardenhorzel

Rond Sinterklaas, d.w.z. in de wintermaanden moeten we denken over de bestrijding van de paardenhorzel. Zelfs het paard van de goed-heiligman moet op tijd behandeld worden.
Horzellarven of gastrophilus zijn afkomstig van de paardenhorzel die in de volksmond ook wel kromkont wordt genoemd. het is een grote, dik behaarde niet stekende vlieg.
Alle paarden zijn drager van larven van deze kromkont, behalve wanneer ze constant binnen worden gehouden.
De kromkont is een parasiet en deze wordt gekenmerkt door een cyclus= kringloop die eens per jaar plaats vindt.
Gedurende de winter verblijft de horzellarve in de paardenmaag en voedt zich daar ten koste van dat paard.
De kromkont vliegt vanaf de lente tot vroeg in de herfst rond en de vrouwttjes leggen eieren op de haren van de benen, de borstwand, de hals en de manen.De eieren waarin zich een embryo (larve in het ei) bevindt, komen niet spontaan uit maar moeten eerst gestimuleerd worden door warmte, vocht en beweging, dit laatse speciaal door de lippen van het paard.
De eieren met daarin de larve veroorzaken jeuk, zodat het paard er aan zal bijten en hierdoor de nodige beweging geeft aan deze eieren. De larven dringen nadat ze een bepaalde ontwikkeling hebben doorgemaakt in het ei door de huid van het paard naar binnen, soms komen ze ook via het mondslijmvlies binnen. Na ongeveer 3 weken van groei en ontwikkeling komen ze uiteindelijk in de paardenmaag terecht en ontwikkelen zich tot een larve van het tweede stadium. De verdere ontwikkeling tot larve van het derde stadium duurt ook ongeveer 3 weken en in dat stadium kunnen ze wel tot 10 maanden in de maag verblijven, voordat ze via de darmen met de mest worden uitgescheiden naar buiten.
In de mest of in de grond hebben ze ongeveer 3 tot 8 weken nodig om een volwassen kromkont te worden en de cyclus is rond.
De horzellarven veroorzaken in de maag diepe littekens op de plek waar ze zich hebben vastgezogen en soms kan het gebeuren dat een larve door de maagwand boort, waardoor een dodelijke buikvliesontsteking ontstaat. Ze zijn natuurlijk ook verantwoordelijk voor bepaalde afwijkingen in de spijsvertering, met koliek, verstoppingen en ontstekingen als gevolg.
De aanwezigheid van eitjes op de haren b.v.op de benen is voldoende om te kunnen zeggen dat het paard besmet is.

Het afsponsen van de benen met warm water en ook de andere delen van het lichaam waar de eitjes zich bevinden, zet de eitjes aan tot rijping en daardoor het uitkomen van de larve.
Door het wekelijks herhalen van deze behandeling kan de infectie in theorie terug gebracht worden tot practisch nul.

De Behandeling

In de late herfst of begin van de winter, dus rond Sinterklaas, geven we het paard een wormmiddel in dat in ieder geval ook de horzellarven afdrijft. Er zijn middelen die we niet aan veulens jonger dan 4 maanden mogen geven, dus altijd de gebruiksaanwijzing volgen en niet overdoseren.

Bedenk in ieder geval dat ongeveer 85% van de koliekgevallen bij de paarden een worminfectie in de jeugd als inleidende oorzaak hebben.

18-11-2005

J.C.M. van Dijck,        Dierenarts